Door de uitvinding van de telegraaf en de telefoon in de 19e eeuw, konden berichten zeer snel gezonden worden over verre afstanden. Berichten per paard en postduiven werden niet meer ingeschakeld. Ook de gemeente Escharen wilde niet achterblijven, en daarom besloot de gemeenteraad in mei 1916, om een verzoek te zenden naar de minister van Waterstaat om twee hulptelegraaf- en telefoonkantoren in de gemeente te mogen vestigen, één in Escharen en één in Langenboom.

Dit verzoek werd gemotiveerd met de volgende argumenten:
- De telefoon is alhier gewenst, voor de handel in vee, hooi, aardappelen en steenkolen. Genees- en veeartsenijkundige hulp moeten van elders komen. Het kortst bijgelegen spoorwegstation is nog 2 uur gaans verwijderd.
- Voorlopig zouden aansluiten in Langenboom: De Boerenbond, de paters Dominicanen en de molenaars, de gebr. Van Huisseling.
- In Escharen werd M. Schonk kantoorhouder en in Langenboom zou kantoorhouder zijn: Hendrikus Verstegen, geb. 23 juli 1875 en zijne echtgenote Johanna Hendriks, geb. 1 aug. 1877, als plaatsvervangster. Deze personen hadden volgens de gemeente een goed spraak- en gehoorvermogen en konden goed schrijven. Zij ontvingen fl. 60,= per jaar.

Driek Verstegen

Hanna Verstegen - Hendriks

Op 23 juni 1917 ondertekenden de kantoorhouders de verklaring Het van start gaan duurde toch nog wel even, er moest van alles aangelegd worden, palen geplaatst, draden getrokken enz. Een electriciteit aansluiting in Langenboom bestond er toen nog niet, dat kwam pas 10 jaar later, allereerst bij het klooster van de Dominicanen. Het speciale toestel moest geplaatst worden in een schoongemaakt kippenhok, want er was weinig plaats in het kinderrijke gezin van Hendrikus Verstegen. Hij was keuterboer en daarnaast horloge- en klokkenmaker en werd daarom Driek tik-tak genoemd. En zo kon op 10 november 1918 het telefoon- en telegraafkantoor in huize Verstegen aan de Dorpsstraat 30 van start gaan. Wel hadden ze tevoren nog de eed op geheimhouding moeten afleggen.

- De openstelling van het kantoor was: op werkdagen van 9-13, van 14-15 en van 18-19 uur. Op zondag van 8 tot 9 uur voormiddag. De gemeente Escharen werd in twee helften verdeeld. Dat waren de gebieden waar de telegrammen te voet of met de fiets naar toe moesten worden gebracht. De oudste dochter, de kleine Petronella, geb. 8 maart 1904, was ook bevoegd om de telegrammen rond te brengen.

Heel lang hebben zij het telegraaf- en telefoonkantoor niet aan huis gehad, want reeds met ingang van 1 januari 1920 ging het over van de gemeente naar het rijk. Zij kregen met ingang van die datum ontslag. Het kantoor werd overgeplaatst naar Toon Hendriks, d’n booi, aan de Dominicanenstraat 8, een broer van Hanna.

 

Het nieuwe onderkomen van het telefoon- en telegraafkantoor bij postbode (d´n booi) Toon Hendriks.