Werkzaamheden Dominicanessen in Langenboom

 

Nadat de zusters Dominicanessen zich op 5 januari 1949 hadden gevestigd in de tot klooster verbouwde boerderij van Doorke van der Hagen, begonnen ze spoedig met hun kerntaak: het geven van onderwijs.

Een kleuterschool bestond er nog niet in Langenboom. Voordat er een groen houten gebouw op de speelplaats achter de Meisjesschool werd geplaatst, kregen de kleine fröbelleerlingetjes al les in het Bondsgebouw of Patronaat. (Hier was later de fietsenzaak van Theo v.d. Wiel in gevestigd). Op zondag 28 augustus 1949 werd de nieuwe Bewaarschool plechtig ingewijd door pastoor Bruens. De kleutertjes gingen alleen ’s morgens naar school, na de middag kwamen er meisjes naar toe, die de lagere school al verlaten hadden, maar nog wel de naaischool volgden. Ze startten met 26 leerlingen.

Aan het hoofd van de Bewaarschool stond zr. Norbertha. Ze kon een hulpje zeer goed gebruiken en dat werd Joke Hendriks van de Hogesteenweg. Ze bleef tot september 1950. Omdat het aantal kleuters groeide, was er even tevoren, op 10 juni 1950, een extra zuster bij gekomen nl. zr. Boneventura.

Zr. Coletha – zr. Amabilis en zr. Imelda vormen tezamen met Annie van Kuppevelt – Juffr. Wolters en Nelly Arts het personeel in 1950 van de Meisjesschool

Meisjesschool

Op 19 juli kwam Mgr. Mutsaerts naar Langenboom om het Vormsel toe te dienen. In die tijd kwam hij meestal één keer in de drie jaar en werden de leerlingen van de 4e – 5e en 6e klas gevormd. De bisschop maakte van de gelegenheid gebruik om ook even de Theresiahoeve te bezoeken en wandelde daarna naar de Meisjesschool, alwaar men aan het bouwen was. Aan de kant van Harrie van der Linden werd op de plek van de oude speelplaatsoverkapping een kooklokaal aangebouwd met daarachter een kelder en daarboven een hoofdenkamertje. In de kelder kwam de oliegestookte verwarmingsketel te staan. De kooklessen konden op 2 februari 1951 in het nieuwe lokaal gegeven worden. De officiële inzegening vond op 9 maart plaats. Een bijzonder dankwoord werd uitgesproken richting inspectrice Mw. Op de Coul uit Boxmeer, dat door haar speciale inzet nu de meisjes met hun helder witte schortjes in spanning achter de gastoestelletjes bezig kon zien.

Nieuwe pastoor

Blijkbaar had de bij de mensen populaire pastoor Bruens nogal wat kwaliteiten, want op 25 augustus 1950 moest hij Langenboom verlaten om in Utrecht in de nieuwe wijk “Oog in Al” bouwpastoor te worden. Diezelfde dag werd pater Jan de Boer als nieuwe pastoor met fanfare en ruiters ingehaald. Hij werd tevens de biechtvader van de zusters.

Zilveren professiefeest van priorin Henrico.

De parochie wilde de priorin voor dit jubileum een passend cadeau aanbieden. Maar wat? Rondom het klooster was nog niet veel aan de tuin gedaan. Een rozentuin daarvan maken, dat leek wel wat. Een hele week werkte een aantal leden van de Jonge Boerenstand, onder leiding van kapelaan Van den Idsert, hieraan. Het was een zware onderneming, de grond rond de Theresiahoeve was met een dikke puinlaag verhard. Deze stenen moesten eerst met aksen en houwelen uit de grond gekapt worden, vervolgens werd er zwarte aarde en mest aangebracht om de rozenstruiken en bomen de kans te geven tot opbloei. Er gingen 84 karrenvrachten zwarte aarde en ruim 20 vrachten mest in. Broeder Ludovicus, de tuinman van het mannenklooster, stond van het begin tot het einde erbij om samen met de kapelaan aanwijzingen te geven. Als fraaie afwerking werden enkele bomen geplant en de rozen in verschillende perken ingedeeld. Bij de aanbieding van het cadeau op 18 november 1950, was ook een afdeling van de “Tommies” (leden van de Thomasclub) aanwezig. Zij hadden ook meegeholpen en droegen de harken en schoffels als eresaluut op hun schouders. Priorin zr. Henrico zou niet zo lang meer in Langenboom blijven, een half jaar later vertrok ze naar Obdam en werd ze opgevolgd door zr. Perpetua. 

De kapel boven op zolder van het Dominicanessenklooster

 

Kapel opgeknapt

De kapel werd steeds meer aangekleed: er kwam een nieuwe Godslamp, die zr. Cunera cadeau had ontvangen van haar neef bij haar gouden Professiefeest. Ook kwam er een loper op de vloer. Men kreeg tevens enkele kazuifels aangeboden. Ook kwamen er gebrandschilderde raampjes naast het altaar, met een lelie als zinnebeeldige voorstelling van Maria en de roos van de kleine H. Theresia. Het priesterkoor werd opgeschilderd en pastoor De Boer schonk een groot kruis, dat boven de plaats van de priorin bij de ingang van de kapel kwam te hangen. Er kwamen een prachtige lessenaar en canonborden, passend bij de kandelaars en godslamp.

Nieuw hoofd Meisjesschool

Zr. Willibrorda werd begin september 1952 benoemd tot hoofd van de school in Hatert. Haar leidinggevende taak in Langenboom werd overgenomen door zr. Amabilis. Er was toentertijd een behoorlijke schaarste aan leerkrachten. Zo was zr. Cunera in 1950 nog ingevallen op de Jongensschool, hoewel ze al 66 jaar was. Van januari tot Pasen kwam ’s morgens en ’s middags een groepje jongens haar bij het klooster ophalen en vergezelden haar naar de school. Op 8 september 1952 vierde zr. Cunera haar gouden Professiefeest.

In het klooster konden meisjes typeles gaan volgen. In december 1952 slagen de eerste 5 kandidaten voor het diploma.

Op 27 juli 1952 vierde heel Langenboom feest, samen met de familie van Martien Bongers, wiens zoon Sjef als Dominicaan priester was gewijd.

Bijzondere dag.

Een zeer bijzondere dag was 28 december 1952 voor zr. Imelda en zr. Boneventura. Tot dan toe was het gebruikelijk, om na het intreden, geen bezoek meer te brengen aan de familie. De verlofregels waren wat versoepeld enwel zodanig, dat ze eenmaal per jaar een oude of zieke vader of moeder mochten bezoeken. Deze twee zusters maakten er snel dankbaar gebruik van. De beide oude moeders waren resp. 84 en 76 jaar oud. Ze hadden samen een zeer genoeglijke dag beleefd.

Watersnoodramp 1 februari 1953.

In deze donkere nacht kwam een zware storm het klooster ook belagen. Aan de oostzijde van het dak, boven de kapel, kwamen een aantal pannen naar beneden. Een appelboom knakte als een rietje en de storm lichtte bij de school het dak van de fietsenstalling en het daar aangebouwde schuurtje. ’s Morgens vonden de zusters het dak op het pad naar de bewaarschool.
Om de nood van de ontheemden in het onder water staande gebied in de provincies Zeeland – Zuid-Holland en Noord-Brabant te verlichten ontplooide zich in de daaropvolgende weken een ongewone drukte in het klooster en op de school. Zusters en kinderen werkten met de grootste ijver en toewijding aan het produceren van een hele collectie naai- en breigoed. De 7e en 8e klas leverden samen met de naaischool af: 4 jongensbroeken, 4 herenpyjama’s, 6 damespyjama’s, 15 directoires, 19 schorten enz. enz. Klas 3 t/m 6 zorgden voor breiwerk: 24 katoenen camisoles (soort hemdjes), 16 paar witte kniekousen, 2 paar wollen wantjes enz. enz. Daarnaast werd er in het hele dorp heel veel kleding opgehaald en naar het rampgebied gestuurd.

Groepsfoto zusters in 1960: Staand: Teresa – Venantia – Petra (priorin) - Anna – Imelda – Bonaventura –Simone.
Knielend: Benigna – Johanette en Cornelia

Veranderingen
Op 4 april 1953 kwam de priorin terug van een retraite in het Moederhuis. Daar had ze iets nieuws meegekregen, maar dat hield ze nog geheim tot ’s avonds. Toen kwam ze plotseling de recreatieruimte binnen met op haar hoofd een nieuwe kap. Snel wilden ook de overige zusters deze kap gaan dragen, omdat die veel makkelijker zat.

Op 14 mei 1953 werden op een plechtige wijze het 40-jarig professiefeest van zr. Coleta en het zilveren feest van zr. Boneventura gevierd. Tijdens de H. Mis werd er tweestemmig gezongen door het kinderkoortje van de school. Hierna werd het feest voortgezet in het klooster, waarbij pastoor De Boer als gastspreker optrad.

Op 17 mei nam zr. Norberta afscheid van het klooster om in Hatert uit te rusten van haar werk aan de Fröbelschool. Haar  taak als hoofd werd overgenomen door zr. Clothilde. Zij bleef dat maar ruim een half jaar, want op 23 jan. 1954 volgde zr. Paula haar op.

Bedevaart naar Handel

Uiteraard namen de zusters deel aan deze jaarlijkse bedevaart vanuit Langenboom naar Handel. De kinderen die een bijzondere taak hadden, liepen nog niet het hele stuk daar naar toe, maar meestal ging men met de bus en vanaf Huize Padua begon de echte processie. De bruidjesstoet werd verdeeld in 3 Rozenkrans groepen: die der blijde, droeve en glorievolle geheimen. Schilden en rozenslingers versierden de groepen.

Naaischool
Op 16 en 17 juni 1953 werden voor het eerst examens gedaan in de vakken Lingerie en Kostuumnaaien. Van de 12 kandidaten voor lingerie, slaagden er 11, terwijl de 4 leerlingen die in kostuumnaaien examen deden, allen het diploma behaalden. Ze werden opgeleid door Zr. Antonio.

Feest kapelaan Van den Idsert

Op 26 juli 1953 vierde de kapelaan zijn zilveren priesterfeest. Bij die gelegenheid droeg hij tevens de Huwelijksmis op van zijn jongste zus, die in Langenboom trouwde. Om half 5 na de middag was het diner in een van de klaslokalen van de meisjesschool, die als feestzaal was ingericht, en waarbij een drietal meisjes van de 8e klas het een en ander mochten opdienen. Ze waren nl. enkele dagen tevoren geslaagd voor het examen in koken; het eerste huishoudexamen dat op de Langenboomse school werd gehouden. Daags na dit feest werd de kapelaan nog gehuldigd door de kinderen van de jongens- en meisjesschool, waarbij ook zijn familie aanwezig was. Ze beleefden veel plezier aan de verscheidene kindervoordrachtjes.    

Priorin
Zr. Emmanuel werd op 26 juli 1954 de nieuwe priorin. Ze mocht meteen met het gehele convent mee ter bedevaart naar Beauraing in België. Deze bedevaart werd gehouden, omdat 1954 uitgeroepen was tot Mariajaar.

Nieuw lokaal Meisjesschool

Omdat er steeds meer meisjes de school bezochten, kwam men ruimte tekort. Achter in de gang werd aan de speelplaatszijde een groot nieuw lokaal aangebouwd. Nadat er nieuwe tafels en stoelen gebracht waren (die oude schoolbanken raakten uit de mode) kon op zaterdag 30 oktober 1954 dit lokaal plechtig worden ingezegend. Natuurlijk waren de geestelijke en wereldlijke notabelen hierbij aanwezig. Verder werden er enkele toneelstukjes opgevoerd en werd er eigen vervaardigd gebak bij de thee aangeboden. De volgende dag mochten de ouders met de kinderen het nieuwe lokaal komen bezichtigen.

Pax-Christi tocht

Begin augustus 1955 kwam een afdeling van de routiers der Pax-Christi beweging door Langenboom. In processie werden deze vreemdelingen (meest Fransen) afgehaald op de grens van de parochie aan de Langenboomseweg door de pastoor en kapelaan, daarbij begeleid door de reidansclub, bruidjes en ook de Zusters ontbraken niet. Van daar trok men naar de kerk, alwaar het beeldje van Maria van Langenboom op een speciaal rustaltaar stond. Iedere deelnemer kwam een kaars offeren, terwijl afwisselend in het Frans en Spaans gezongen werd. Pastoor De Boer onthaalde hen ten afscheid op een toespraak in het Frans, waarna men de tocht weer vervolgde.

 

De nieuwe VGLO-school "Maria Immaculata" in 1959. Rechtsboven is een open lattenwerk in de muur. Daarachter was de droogzolder van de was. Linksachter is nog een klein stukje te zien van de houten kleuterschool.

 

VGLO-school
Het opleiden van meisjes na de lagere school in huishoudelijke werkzaamheden, koken, kostuumnaaien enz. werd zo’n groot succes, dat de ruimte binnen de Meisjesschool en in de houten barak van de Kleuterschool veel te klein werd. Vandaar, dat het Rijk een urgentie toekende voor nieuwbouw. In 1956 werden de eerste tekeningen gemaakt voor een zelfstandige VGLO-school (Voortgezet Gewoon Lager Onderwijs) met 4 lokalen. Op 11 juni 1956 kwam de bisschoppelijke goedkeuring van Mgr. W. Mutsaerts en even tevoren had de gemeenteraad besloten tot de bouw van deze nieuwe school. Met de bouw werd pas begonnen eind september 1958 met als aannemer de fa. Van Bommel & Van der Horst. Op 19 maart vond de officiële steenlegging plaats door pastoor Hoenselaars, terwijl op die dag ook de vlag gehesen werd, ten teken, dat het hoogste punt bereikt was. Omdat op 1 januari 1959 het aantal leerlingen op de VGLO-school de 50 gepasseerd was, mocht ze vanaf die datum officieel als VGLO-school van start gaan. Ze zaten nog steeds verspreid: in het grote lokaal van de Meisjesschool worden de naailessen gegeven, in het latere handvaardigheidlokaal kreeg men kookles. Omdat de voorkamer bij Jo Bens te klein was, mocht men daar niet meer verder gaan, daarom begon men met ingang van 1 mei 1959 lessen te geven in de werkplaats van Van Bommel & Van der Horst. Zr. Henrico vertrok bij de lingerieopleiding en haar plaats werd ingenomen door Zr. Marie-Imelda Smit. Zij assisteerde Zr. Antonio. Hoewel er nog geen zeil in de lokalen lag, begonnen de lessen na de grote vakantie op 1 september 1959 in de nieuwe school. De officiële opening vond plaats op 8 december. Hierbij gaven de leerlingen in een revue een overzicht van hetgeen op school werd geleerd.

Nieuwe pastoor

Pastoor de Boer kreeg in september 1956 het bericht, dat hij overgeplaatst was naar Venlo. Hij was in Langenboom pastoor geweest vanaf 1950 als opvolger van pastoor Bruens. Tot zijn opvolger werd benoemd pater Hoenselaars, tot dan toe kapelaan in Amsterdam. Hij werd op zaterdag 6 oktober feestelijk ingehaald en zijn plechtige installatie vond daags daarna plaats onder het zondags Lof van 16.00 uur door deken Goossens uit Grave.

Te kleine school

Alhoewel er enkele jaren tevoren nog een nieuw lokaal bijgebouwd was aan de Meisjesschool, kwam er opnieuw ruimtegebrek. Nog steeds nam het leerlingen aantal toe. Er mochten 7 klassen zijn, maar er waren maar 5 lokalen. Daarom werd het verhoogde hoofdenkamertje als lokaaltje gebruikt en ook een lokaal van de kleuterschoolbarak werd als A.V.O.-lokaal voor de VGLO-school in gebruik genomen.

Zilveren jubileum pastoor

Op 25 juli 1957 vierde pastoor Hoenselaars zijn 25-jarig priesterjubileum. De schoolkinderen huldigden hem in zaal Van Duijnhoven en zij brachten de operette “De Wonderbloem” ten tonele. Juffr. Jaspers had de muzikale leiding. Enkele dagen later vierde de parochie dit jubileumfeest.

Zilveren jubileum Meisjesschool

Op 24 april 1958 werd uitvoerig dit 25-jarig bestaan gevierd. Juffrouw Annie van Kuppevelt was vanaf het begin, dus ook al 25 jaar aan deze school verbonden. Dat werd gezamenlijk gevierd. Alle “hoogwaardigheid bekleders” waren uitgenodigd het feest in zaal Bens mee te vieren. De 5e klas zong een aantal liederen, wederom o.l.v. juffr. Jaspers. Ruim een jaar later werd Zr. Amabilis alleen nog maar hoofd van de VGLO-school en kwam in haar plaats als hoofd van de Meisjesschool Zr. Johannette. Op 1 september1961 verhuisde zij weer naar Den Haag en volgde Zr. Aloysius haar op. (Haar wereldse naam is Bep Ostendorf uit Amsterdam. Een zoon van haar broer is Chris Ostendorf, vaak te zien in het NOS-journaal). 

Zr. Paula

Overlijden Zr. Paula

De inspecteur kwam op 8 maart vergezeld van zijn zoontje de kleuterschool bezoeken. Hij zag daar Zr. Paula aan het werk en het viel hem meteen op, dat ze een zieke indruk op hem maakte. Dat kwam door de vreselijke hoofdpijn, waarvan gedacht werd dat het door een verkoudheid kwam. Het werd alsmaar erger en op 12 maart zei ze, dat ze het niet langer bij de kleuters kon volhouden. Wel ging ze nog de volgende dagen ’s morgens vroeg de kachels aanmaken. Toevallig kwam een dokter in het klooster op bezoek voor een andere zuster en de priorin verzocht hem ook eens naar Zr. Paula te kijken. Hij gaf haar neusdruppels. De hoofdpijn verminderde niet. Op maandag moet ze gal braken en ’s avonds viel ze in een diepe slaap “coma”. De volgende ochtend, dinsdag 18 maart, vond de priorin haar nog steeds slapend, de dokter was niet te bereiken en het duurde niet lang of ze stierf. Pater Houtenbosch diende haar nog het H. Oliesel toe. Zij werd opgebaard in de spreekkamer. De volgende dagen kwamen alle kleuters en lagere schoolleerlingen naar Zr. Paula kijken. De buurt had voor de begrafenis alles geregeld, 3 avonden was het Rozenhoedje in de kerk, waarna ze op het parochiekerkhof begraven werd. Zr. Rosalie kwam haar taak op de kleuterschool overnemen, evenals de typelessen die ze gaf. Niet lang daarna vertrok zij alweer en kwam Zr. Cornelia als hoofd van de kleuterschool. Zij had als mede kleuterleidsters Zr. Boneventura en Juffr. Gemma Peters. De laatste vertrok in 1963 naar Nijmegen en werd opgevolgd door Zr. Ambrosio.

Nieuwe kleuterschool

Op 10 maart 1958 vond er overleg plaats met de gemeente Mill over de bouw van een nieuwe kleuterschool. Men wilde geld opnemen van de parochianen en een gezamenlijk een soort gemeenschapshuis bouwen. Inspecteur Courtens vond dit de beste weg, maar het liep op niets uit.  Even daarna probeerde men te komen tot de bouw van een semipermanente kleuterschool door de Bouw-Orde.

Ook dat ging niet door. Gelukkig kwam er eind 1958 bericht van het Rijk, dat een nieuwe drieklassige kleuterschool gebouwd mocht worden. Architect werd L. de Vries uit Helmond. De kleuters moesten zich in de barakken flink behelpen, want sinds 1 januari 1958 waren alle drie de lokalen door kleuters bezet, het waren er over de 90 en zo kwam juffr. José Boll als 3e kleuterleidster. De VGLO-leerlingen moesten plaatsmaken, een klas vertrok er naar Jo Bens, waar in een voorkamer een leslokaal werd ingericht. In het 3e kleuterlokaal waren geen meubels, daarom zaten de kleutertjes op de lange gymbanken en de zitbanken van de vroegere naaiklas deden dienst als werktafels. Het bleef nog lang stil, voordat er gebouwd werd, pas op 21 november 1959 ging de schop de grond in aan de overkant van de weg, in het bos van de Paters. De bouw vorderde zo voorspoedig door de fa. Van Bommel & Van der Horst zodat op 8 september 1960 “Maria Kleuterhof” officieel geopend kon worden.

 

Nieuwe Solex

Op 5 juli 1961 was het precies 12½ jaar geleden, dat de Zusters zich vestigden in Langenboom.  Natuurlijk vierde men in het klooster dit feest o.l.v. priorin Zr. Petra. De parochie schonk aan de zusters een Solex, zodat men zich naast de twee fietsen, vlotter over de Langenboomse wegen kon verplaatsen.

Overlijden Doorke van der Hagen

Al die jaren woonde Doorke voor in het klooster in een kamertje en kreeg een prima verzorging van de Zusters. Haar gezondheid ging langzamerhand achteruit en zij verhuisde naar de grote kamer. Naast haar bed stond een grote stoel, waarin zij haar dagen doorbracht. Zij keek naar wat er langs haar raam kwam. Haar benen konden haar niet meer dragen. Op 1 februari 1963 diende pastoor Hoenselaars haar de Sacramenten van de zieken toe. De volgende dag ging priorin Petra, samen met Zr. Amabilis en Zr. Aloysius naar de bisschopswijding van Mgr. Van Melis in de Passionistenkapel in Mook. Toen ze terugkwamen wilde ze nog graag weten hoe alles verlopen was. Ze vertelde, dat ze de volgende dag zou sterven, en inderdaad ging ze die zaterdag ’s avonds laat snel achteruit. Buurvrouw Antje van der Hagen werd er nog bijgeroepen. Tegen half 11 overleed ze op 3 februari 1963. Op haar verzoek werd ze begraven in het habijt van de Zr. Dominicanessen, daar zij lid was van de 3e Orde van de H. Dominicus.

1964
De kroniek van de Zusters vermeldt, dat 1964 een belangrijk jaar werd voor Langenboom. Op zaterdag 18 juli kwam pastoor Hoenselaars hen ’s avonds na het Lof opzoeken. Ze zaten tv. te kijken. “Ik heb groot nieuws”. Ze raadden het direct: “U wordt overgeplaatst”. (Dat zat er namelijk al enige tijd aan te komen). “Ja”, zei hij, “ik vertrek, maar ook de rest van de Paters gaat Langenboom verlaten”. Dat was groot nieuws. De volgende dag, tijdens de Mis, waarin de jongens en meisjes van de 6e klas hun Plechtige Communie deden, deelde hij het aan de parochianen mede. Het was een donderslag bij heldere hemel. Er was nog niet veel van uitgelekt, en waar zoiets gefluisterd werd, geloofde men het niet. Zelfs Mgr. Bekkers kwam naar Langenboom om de gemoederen te bedaren. Zondag 2 augustus werd er afscheid genomen. Daags daarna vertrokken de Paters, enkele uren voordat bij de Handwijzer de nieuwe pastoor H. van Ooy werd ingehaald. Na de plechtige installatie in de kerk, stond de VGLO-school open om daar de receptie te verzorgen. Daar het oude klooster uitgeruimd was en veel te groot voor één persoon, kwam de pastoor voorlopig in de Theresiahoeve in de spreekkamer te wonen, waar Zr. Imelda hem de eerste tijd verzorgde.

Niet alleen bij de Paters veranderde er in 1964 veel, ook bij de Zusters waren veel mutaties. De priorin Zr. Petra kreeg een benoeming in de administratie van de Rosastichting en als nieuwe priorin werd benoemd Zr. Mamerta.

Zr. Cornelia (Kuijpers) vertrok als hoofd van de Kleuterschool en ze werd opgevolgd door Zr. Casimira (Kaarsgaren). Ook de zuster die de handwerklessen op de Meisjesschool verzorgde, Zr. Imelda (Milani) was met haar 73 jaar allang de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd en haar plaats werd ingenomen door Zr. Blanca (Pey). Zij werd ook al gauw de verzorgster van de pastoor.

Nieuwe pastorie

Het duurde enkele jaren voordat alle overleg tussen kerkbestuur – bisdom en Dominicanen leidde tot de bouw van een nieuwe pastorie. Tussen 5 en 12 augustus 1967 werd er, ook door enkele zusters, met man en macht gewerkt aan het schoonmaken en inrichten van die nieuwe pastorie. Op 12 augustus werd de pastoor na de H. Mis van 19.00 uur, opgehaald door de Fanfare. Alle Zusters trokken mee naar die fonkelnieuwe pastorie. Nadat namens het kerkbestuur gespeecht was door de jonge “Meister Arts”, nam de pastoor, tezamen met Zr. Canisia (Lendemeyer), er zijn intrek. Ze bleven daar tot 1987 wonen.

Scholenwisseling
Op 3 januari 1968 kwamen de hoofden van de scholen, samen met priorin Mamerta in de recreatiekamer van de Theresiahoeve voor een belangrijke vergadering bijeen. Daar de nieuwe Mammoetwet per 1 augustus 1968 een feit werd, moesten er vergaande besluiten genomen worden, want de VGLO-school moest per die datum worden opgeheven. Wat moest er met het gebouw gebeuren? Er werd getracht er een dependance van te maken van de huishoudschool uit Grave, Zeeland of Mill. Deze pogingen strandden allemaal. Na veel vergaderen, wikken en wegen, werd besloten, dat Zr. Amabilis directrice werd van de Maria ten Hove huishoudschool in Mill en Zr. Josefien zou daar les in naaldvakken gaan geven. De Jongensschool huisde in een gebouw uit 1911, het oudste schoolgebouw in de inspectie Boxmeer, terwijl de VGLO-school pas 9 jaar oud was. Met algemene stemmen werd besloten de Jongensschool te ontruimen en een nieuwe Gemengde School te stichten in de Meisjesschool en VGLO, onder leiding van M. Arts. Het hoofd van de Meisjesschool Zr. Aloysius zou als adjunct gaan functioneren. De op een ouderavond bekend gemaakte plannen vielen in goede aarde en zo kon er na 35 jaar in Langenboom vanaf aug. 1968 weer aan jongens en meisjes gezamenlijk onderwijs gegeven worden.

Afscheid van zr. Blanca door Martien Arts

1969
Het 20-jarig jubileum werd op 5 januari 1969 in huiselijke kring gevierd. Twee dagen tevoren bracht een dealer het lang verwachte Dafje. Nu was men niet meer afhankelijk van het Solexje. Zr. Aloysius haalde rijlessen en slaagde spoedig voor het rijexamen. Er werd een kleine houten garage bij het kloostergeplaatst. In juni vertrok priorin Mamerta en omdat ook in het klooster er een democratischer bestuur kwam, werd onderling tot priorin gekozen Zr. Amabilis. Zr. Blanca vierde op 22 september  haar 65e verjaardag. Niet lang daarna nam ze afscheid van de Gemengde School, alwaar ze handwerken voor de meisjes had gegeven. Haar opvolgster werd Mw. Annie Arts-Bisseling.

Burger kledij

Onder invloed van het 2e Vaticaanse concilie werden veel regels versoepeld. Zo mochten zusters vanaf 1969 i.p.v. het habijt ook burgerkledij dragen, indien ze dat wensten.

 

De zusters voor de ingang van hun klooster:
Staande: Zr. Vincenzo - Zr. Josephine - Zr. Benedicta - Zr. Mamerta - Zr. Blanca en Zr. Amabilis

Zittend: Zr. Casimira - Zr. Aloysius - Zr. Alphonsa en Zr. Ambrosio

1970
Langzamerhand liep het aantal zusters in het klooster terug. Toch kwam er nog een uitbreiding. De oude Mevrouw M. Braks-Kuijpers kwam op 2 april inwonen, in het kamertje van Doorke van der Hagen. Zij was getrouwd geweest met Martien Braks en kreeg een prima verzorging van Zr. Amandine.
Plotseling ging het snel achteruit met de gezondheid van Mw. Braks. Op Aswoensdag 1971 wandelde ze nog naar de kerk om het askruisje te halen. In die nacht kreeg ze pijn in de hartstreek. Dr. Gunneweg vond het nodig, dat ze bediend werd. Donderdag werd ze overgebracht naar het ziekenhuis in Boxmeer. Daags daarna overleed ze. Haar laatste rustplaats kreeg ze op het kerkhof in Langenboom. Omdat Zr. Amandine gewend was om iemand te verzorgen, werd er contact gezocht met het bejaardenhuis in Zeeland. Zo kwam op 15 april de 82-jarige Dina Bevers in de voorkamer wonen.

 

Op 25 april 1971 maakte Zr. Ambrosio haar laatste dag op de kleuterschool, ze had flinke gezondheidsklachten. Op 14 december werd haar het Sacrament van de zieken toegediend door pastoor Belt van Wilbertoord, waarna ze op 7 januari 1972 overleed. Bij haar begrafenis in Langenboom waren veel ouders en oud-leerlingen aanwezig.

 

1972-1973
Zo bleven er nog maar 4 zusters over. Men ging in Nijmegen spreken over de toekomst van het klooster. Wat waren de mogelijkheden? Nadat ook nog Zr. Amabilis door ziekte haar werk als directrice van de Huishoudschool moest neerleggen en Langenboom ging verlaten, werd besloten de Theresiahoeve per 1 maart 1973 te verkopen. Op 19 februari 1973 vertrokken Zr. Amabilis en Zr. Amandine naar Goor. Zr. Josefien kreeg een kamer bij pastoor Spanjers in Mill, zij vertrok na enkele maanden ook naar Goor. Zo bleef alleen Zr. Aloysius in het klooster wonen. Na korte tijd vertrok ze naar Hatert, maar bleef wel als adjunct aan de Gemengde School verbonden. Op 16 september 1973 ging ze in op het aanbod van de pastoor om in de pastorie te komen wonen. In 1975 kreeg ze een baan aangeboden in het Voortgezet Onderwijs in Arnhem en verhuisde ze daar naar toe. Enkele zusjes van haar, die ook Dominicanes waren, woonden daar ook.

De verkoop geschiedde niet zo vlot als men gedacht had. Wat mocht er mee gebeuren, wat mocht men er in doen? Voorlopig maakte alleen de lagere school er vanwege ruimtegebrek gebruik van.

Nieuwe bestemmingen

Aangezien het klooster maar leeg bleef staan, vroegen Zr. Judith Bossert en Lucienne Oonk in het voorjaar van 1974 aan het bestuur of ze een nieuw project mochten beginnen in dat klooster. Ze wilden er graag een meditatieve zaoeja = gastvrijhuis in starten, een huis waar mensen voor kortere of langere tijd zich thuis konden voelen. Het was gebaseerd op Zen-medidatie. Het bestuur ging na de nodige aarzelingen akkoord en op 1 juli 1974 betrok men het klooster. Er werden daar voor de eerste keer in Langenboom yogalessen gegeven, terwijl ook de eerste kindercrèche daar het levenslicht zag.
Aangezien Judith in 1977 uit de congregatie trad, was er geen verbintenis meer met de Dominicanessen. Toch mochten ze voor een beperkte huur in het pand blijven wonen. Jarenlang werd er onderhandeld over verkoop aan hen. Toen duidelijk werd, dat men er niet uitkwam, werd het pand te koop gezet en vertrokken in 1988 Judith en Lucienne. Na geruime tijd leeggestaan te hebben en de gemeente toestemde in een woonbestemming voor het pand, kwam er belangstelling. Bart van den Hoogen kocht in 1989 het pand en bracht zijn ontwerpstudio onder in de voormalige kapel. Ruim 10 jaar later werd het overgenomen door de familie Schansman-Huisman, die het grondig restaureerden, maar nog steeds is duidelijk de vroegere kloostervorm van het pand te herkennen.

Tijdens de historische optocht in 1993 (ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de parochie) werd natuurlijk ook teruggedacht aan de tijd, dat de Zusters in Langenboom verbleven.

Slotwoord
Terugkijkend naar de periode, waarin 46 Zusters Dominicanessen in Langenboom verbleven hebben, kan men niet anders concluderen, dan dat zij een enorme stimulans gegeven hebben aan het onderwijs. Voor hun komst was er nog geen kleuterschool, terwijl de meisjes nu na de lagere schooltijd verdere vorming kregen, wat resulteerde in een heuse VGLO-school in zo’n klein dorp, dat ook leerlingen aantrok uit omliggende dorpen.